Etappe 11: Pau > Cauterets (woensdag 15 juli 2015)
De tweede Pyreneeënrit die bol staat van de traditie. Eerst de Aspin en de Tourmalet en daarna de slotklim naar Cauterets, waar de Tour al sinds 1995 niet meer is geweest.
Het wordt vandaag weer bikkelen. Na het vertrek uit Pau, de stad die in nagenoeg iedere Tour aangedaan wordt, kunnen de renners de spieren opwarmen op de Côte de Loucrup (na 48,5 kilometer), Côte de Bagnères-de-Bigorre (61,5 kilometer) en Côte de Mauvez (74,5 kilometer) – achtereenvolgens klimmetjes van de 3e, 4e en 3e categorie. Na 105 kilometer trappen verschijnt de Col d’Aspin, De gemiddelde stijging is 6,5%, goed voor de 1e categorie.
Na de afdaling komen de renners in het dal van Sainte Marie de Campan, waarna de volgende klim alweer opdoemt; de Col du Tourmalet. Deze klim is 17.1 kilometer lang en werd in de geschiedenis van Tour de France al vaak beklommen. Helaas is eindstreep niet op de top getrokken maar moet het peloton nog 41 kilometer verder fietsen.
De aankomst is in Cauterets na een onregelmatige klim van 6,4 kilometer tegen 5%. Het steilste deel zit in de laatste paar honderd meter van de eigenlijke beklimming, waar de weg met 10% omhoog gaat. Dat is op ruim 3 kilometer van de meet en daarmee is het een perfect punt om aan te vallen.
Cauterets was op 18 juli 1995 gastheer van een Touretappe die iedere wielerliefhebber het liefst uit de Tourhistorie zou schrappen. Eerder die dag was Fabio Casartelli namelijk verongelukt in de afdaling van de Col de Portet-d’Aspet.
